Openhartig interview Vlietkinderen-directeur Tine Oudshoorn

16 June 2021, 09:02 uur
Den Haag & Regio
mainImage
Tine Oudshoorn met de kinderen tijdens het interview

Eindelijk was het zover, kinderen van BSO Stoer & Robuust kregen de kans om Tine Oudshoorn, directeur-bestuurder van Vlietkinderen, te interviewen. Ze waren goed voorbereid met een lange lijst vragen. Een beetje nerveus maar vastbesloten om alles te weten te komen, zaten Tara, Julia en Seynabon klaar om te beginnen. Het onderwerp van het interview was ‘vakantie’, het krijgt een plekje in het BSO Vakantie-DOE-Boek van Vlietkinderen. 

De meiden waren geïnspireerd geraakt toen er onlangs een journalist van het NRC de locatie bezocht ter gelegenheid van de heropening van de BSO’s na de lange lockdown periode.

Zij hebben goed opgelet hoe deze journaliste te werk ging en haar honderduit gevraagd over haar beroep. Hun grootste wens was om dit ook te kunnen. Nu was de gelegenheid daar, vooraf stelden ze de vraag aan Tine waar het niet over mocht gaan, Tine’s antwoord was,  “Je mag alles vragen!”

En toen kwamen de vragen over onder andere de favoriete vakantie, favoriete kleding en wat eet je het liefst… Na het beantwoorden van al die vragen weten de interviewers dat Tine het liefst naar een warm land met vakantie gaat, graag een korte broek draagt en van vis houdt. Natuurlijk kwamen er nog veel meer vragen aan bod. ”De dames wilden het naadje van de kous weten", aldus  een lachende Tine.

Na het vragenvuur werd het gesprek werd afgesloten met een uitnodiging voor de kinderen om eens gezellig ‘op de thee’ te komen bij Tine in haar kantoor op de Bucaillestraat in Voorburg, zodat de kinderen kunnen zien waar de directeur en andere mensen van Vlietkinderen werken die niet op de locaties aan de slag zijn. Die uitnodiging werd natuurlijk met beide handen aangenomen.

Tine Oudshoorn: “Dit soort initiatieven vanuit de kinderen zijn de krenten uit de pap in ons werk. Om te zien hoe kinderen zich ontwikkelen, hoe nieuwsgierig zij zijn om te leren, dat is prachtig. Hoe mooi is het dat wij met Vlietkinderen daar een bijdrage aan mogen leveren!”